woensdag 17 augustus 2011

Dag 11: Guérande

Zo'n laatste dag is altijd een beetje rommelig, nietwaar? Het gevoel dat je bijna vertrekt, maakt dat alles al snel té lijkt: té ver, té dichtbij, té vaak gezien, té weinig tijd voor…
Alleen maar rondhangen in het hotel tot het avond is en tijd om in te pakken, geeft zo'n dag helemaal geen inhoud. Op een minuut of 25 rijden ligt Guérande, en we besloten daarheen te gaan. Net als La Baule heeft Guérande wel geschiedenis: een schattig oud stadscentrum dat binnen vestingsmuren is opgetrokken. Onvoorstelbaar toch weer: op zo'n kleine oppervlakte staat een basiliek, en twee straatjes verder staat nog een kerk. Ja, de katholieke kerk zat (en zit) hier stevig in het zadel!



Toeval wil dat het juist vandaag markt was, en heel Guérande kwam tot leven. Gezellig stadje met leuke straatjes, winkeltjes, hofjes en binnenplaatsjes. Er zijn veel kunstenaars gevestigd in Guérande, en om de paar meter zijn hun producten te bewonderen. Er zitten leuke dingen tussen, best mooie aquarellen gezien om maar wat te noemen.
Nog wat gewinkeld: een echt Bretons truitje aangeschaft. Toch eens uitzoeken waar die breedte-strepen vandaan komen, want die zie je hier overal. Niet alleen in toeristenwinkels, maar ook de oorspronkelijke bewoners dragen die frisse streeptruien.

Nadat we Guérande verlieten, zijn we in Batz-sur-mer terechtgekomen dat een stukje verder ligt. Klein, onbeduidend dorp (uiteraard met kerk én Office du Tourisme, dat zit ook overal) waar we in een park hebben gepicknickt als echte Fransen. Vanaf daar was het een paar minuten lopen naar een klein strandje dat, zoals we al vlug merkten, door Franse families werd bezocht. Heel gezellig met de hele bups, en maar zoenen als er weer iemand bijkwam. Drie, soms vier generaties die al keuvelend zich prima vermaken. Wij waren de enige niet-Fransen daar. Het was er trouwens erg warm, want we zaten in de luwte van een soort pier in de vorm van een muur en de weinige wind die er stond werd daardoor tegengehouden. Gelukkig trok er veel bewolking voor de zon, anders hadden we het daar nog geen half uur kunnen uithouden. Lekker zitten lezen en luieren en ons wederom verbaasd over hoe ver het water zich terugtrekt als het eb is. Allemaal bootjes op het droge. En dan, een uur later, liggen de voorste drie al weer te dobberen en is de waterlijn een stuk dichterbij.

Op de terugweg zijn we even gestopt bij de zoutwinningsvelden die hier overal zijn. Zoutpannen, worden ze genoemd. Mensen met een soort hark-sneeuwschep-ding dat zout uit de bassins te scheppen en gooien dat op een grote berg waar het droogt in de zon. We hebben natuurlijk een kilootje gekocht, er gaat niks boven zeezout. Mooie vogels ook: onderstaande plaatje heb ik van Internet geplukt, maar die liepen er heel wat rond.


Nu weer in het hotel terug. Dadelijk wat eten en inpakken. Op het plein voor het hotel is vanavond een muziekfestival gaande, dus als we willen kunnen we daar onze laatste avond doorbrengen. Het staat er nu al vol met jongeren die in afwachting van sunshine*sunshine*reggae zich maar vast nu volgieten met RedBull en Desperado…

We kunnen terugkijken op een zeer geslaagde vakantie. Veel gezien en gedaan, goed gebruik gemaakt van de tijd die we ervoor uitgetrokken hebben. Geen enkele dissonant, vriendelijke Fransen die met plezier naar mijn (ons) kromme Frans luisteren en dan uitermate behulpzaam zijn: pas de problème. Goed weer voor de activiteiten die wij hebben ondernomen, met uitzondering van een ochtend en twee avonden regen. Fijne hotels, met in het bijzonder het smaakvolle Le Manoir du Rodoir dat ons heel goed bevallen is.

Normandië en Bretagne: de moeite waard.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten